in overeenstemming zijn (v) (overeenstemmen) | vara överens med (v) (overeenstemmen) |
in overeenstemming zijn (v) (overeenstemmen) | korrespondera (v) (overeenstemmen) |
in overeenstemming zijn (v) (overeenstemmen) | stämma överens (v) (overeenstemmen) |
in overeenstemming zijn (v) (overeenstemmen) | vara i överensstämmelse (v) (overeenstemmen) |